Ontworpen door Els de Crook

 

Gaanderen

 

DE LAATSTE KIP-CARAVAN-VAKANTIE.

Wat zo leuk begonnen was is nu geëindigd in een advertentie op het internet. Het vakantiegevoel met een caravan is totaal onderuit gegaan en om enig inzicht te geven in de argumentatie zal ik mijn laatste ervaringen met de caravan beschrijven.

Het hebben van een caravan is heel rustig als hij in de stalling staat, maar als je het plan hebt opgevat om er mee op vakantie te gaan dan begint de ellende: caravan ophalen en alles weer schoonmaken en al de benodigdheden er weer goed in stoppen. En goed wil zeggen op zo'n manier erin doen dat het niet door de caravan kan slingeren.

Als dat allemaal geregeld is en de spiegels zitten op de auto en de caravan is aan de auto gekoppeld en alles is gecontroleerd, dan kan de reis beginnen.

Het rijden met zo'n uit de kluiten gewassen rugzak vergt toch wel enige souplesse en doorzettingsvermogen.  En dan natuurlijk ook nog kaart en borden lezen en op tijd op de juiste rijbaan terecht komen…

Maar als het reisdoel bereikt is dan is het tijd om de caravan af te koppelen, de steunen uit te draaien en de caravan waterpas neer te zetten. Dan installeer ik alle spullen die in de auto meegegaan zijn in de caravan en vult Frans het water voor de keuken en de wc en dan wordt  de luifel aangebracht. Natuurlijk zijn we te klein en dus is het soms springen en als het dan toch niet lukt, dan wordt alsnog het trapje gepakt.

Nu wordt het tijd om enige irritatie toe te voegen in de vorm van beestjes op de boerderijcamping. Ik begin overdag en dus met de vlieg. Zolang ik beestjes een naam geef, dan vind ik ze niet echt hinderlijk. Bert - de vlieg - zit verlekkerd (en dat kan ik begrijpen) naar mijn glas te kijken waarin een palmbiertje heeft gezeten. Nieuwsgierig buigt hij over het randje en zuigt met genot het resterende schuim op wat aan de zijkant van het glas zit. Overmoedig - wellicht door de invloed van de alcohol - gaat hij een beetje lager, want daar zit nog meer schuim. Helaas heeft hij niet op de vorm - percentage helling is toch wel zo'n 60% - en de gladheid gerekend. Het duurde dan ook niet lang voordat Bert op de bodem van het glas spartelde en met alle kracht zijn 6 pootjes op het droge wilde krijgen. Tevergeefs! Zijn strijd werd steeds grimmiger en inwendig vervloekte Bert zijn hebberigheid en hij begon zich net pootje voor pootje bij zijn naderde dood neer te leggen. Maar gelukkig voor Bert werd het een happy end, omdat ik zijn strijd gezien had en hem te hulp kwam. Ik heb het glas schuin gehouden en hij langzaam eruit zou kunnen glijden zodat hij geen extra hersenschudding hoefde op te lopen. Hij belandde heel rustig op tafel en daar mocht hij op adem komen en ontnuchteren. Toen Bert de wereld weer redelijk goed met zijn facetoogjes in kon kijken, ging hij zijn toilet maken en regelmatig kwam het roltongetje naar buiten en likte hij de pootjes af, maar of hij dit deed om zijn pootjes schoon te maken of dat het toch nog om het palmbiertje te doen was….

Verder waren er ook kleine vliegjes die allemaal de naam `ettertjes'  krijgen, want ze presteren het om je in allerlei - voor het oog lijkende - niet gecoördineerde bewegingen te laten maken. Het doet zeer onnozel aan, aar de bewegingen zijn wel degelijk functioneel en doelgericht!

Met bijen en wespen beperk ik de conversatie tot een pissig uitgesproken: ROT OP!

De kleine kikkertjes zijn erg schattig en krijgen de namen: Kwik, Kwek of Kwak. En als je goed naar hen luistert dan hoor je hen zelf a.h.w. hun naam noemen op een klein afwijkend dialectje na.

Onder de groep slechtziende beestjes vallen de mollen en de vleermuizen. De mollen graven en laten hun visitekaartje in de vorm van een hoop zand achter op het gras.

De vleermuizen komen als de schemer zich heeft aangediend en hun geavanceerde radarsysteem werkt al jarenlang perfect; ze ontwijken alle obstakels - waaronder ook de mens valt - heel nauwkeurig.

Als de avond aangebroken is  krijg ik het gezelschap opgedrongen van de muggen. Ze zoemen en vallen aan op alle plaatsen die niet door kleding bedekt zijn. De citronelkaarsen worden geïnstalleerd, de citronelspray wordt rijkelijk verstoven, want op het etiket staat heel duidelijk dat het vliegen en muggen weert. Helaas hebben die muggen het etiket niet gelezen en houden hun aanvallen niet langer beperkt tot de huid; ze steken ook al door de dunne kleding heen en dus geef ik me gewonnen en ga de caravan in. De caravan heeft voor elke opening een hor en dus verwacht je dat de muggen die barrière niet door komen. Wel dus!

Met een kennersblik kijken we de caravan rond en gewapend met een vliegenmepper ga ik op jacht en plet de muggen zonder een greintje van schuldgevoel plat tegen de wand. Als ik net geprikt ben en ik sla een mug dood, dan komt er een gevoel van triomf omfloerst met zoete wraakgevoelens naar boven. De resten van de mug verwijder ik met een stukje keukenrol en leg dit open en bloot ter lering en afschrikking voor de andere muggen in het zicht. Maar dat heeft weinig invloed.

Als alle muggen die we gezien hebben dood  zijn, is het bedtijd. Maar bedtijd en slapen zijn echt 2 totaal verschillende dingen als er muggen in de buurt zijn. Hoe ze doen weet ik niet, maar telkens blijken er toch weer muggen een route gevonden te hebben om de caravan binnen te komen of ze hebben zich zo goed verstopt totdat ik in slaap gevallen zou zijn…

Als ik dan wakker word van het dreigende gezoem, dan stap ik uit bed en ga op jacht.

Ik weet niet of er bij de muggen sprake is van een of ander kartel of dat het van oorsprong Japanse muggen zijn, maar daar lijkt het wel op want vaak is er een kamikaze-mug en een snoepert. De kamikaze-mug vliegt door de caravan en gaat op een plaats zitten waarvoor ik geconcentreerd de klap moet uitdelen. Ondertussen steekt de `snoepert' mij in mijn been en heb ik er dus weer een muggenbult bij.

Deze vakantie heb ik een totaal van 45 muggenbulten gehaald. Ik weet best dat het niet genoeg is voor het Guinness Book of Records, maar toch…

De irritatie nam nog meer toe doordat het zo warm was en ondanks dat alle ramen wagenwijd open stonden, bleef het warm. Er was geen zuchtje wind te bekennen. De combinatie van de warmte en het telkens wakker worden en op muggenjacht  gaan, zorgde voor extra vermoeidheid en de nodige irritatie. Eigenlijk is irritatie een zwak woord, maar ik wil dit woord niet verzwaren door er Nederlands- dan wel Engelstalige vloeken toe te voegen.

 

 

Zou dit dan de oplossing zijn tot het muggenprobleem???