Ontworpen door Els de Crook

Cyprus

 

Onze vlucht naar Cyprus begon met 1¼ uur vertraging en met een beetje turbulentie onderweg. De landing op het internationale vliegveld in Larnaka was zo goed dat ik pas door had toen het toestel ging remmen.

Het is hier 1 uur later en het wordt erg snel donker; je kan er als het ware op wachten.

Het hotel wat we geboekt hadden ging niet door en nu hebben we een ander hotel en dat is ook prima, want ook hier hebben we een kamer met zeezicht.

Cyprus is een eiland gelegen in de Middellandse Zee onder Turkije.

De voertaal is Grieks- en Turks Cyrpiotisch.

Cyprus is een Republiek, maar kent nog steeds een 2 deling: het noorden is Turks Cypriotisch – wat enkel door Turkije wordt erkend - en het zuiden Grieks Cypriotisch – wat wel door de Verenigde Naties wordt erkend - met ieder een eigen regering.

Cyrpus is sinds 2004 lid van de Europese Unie en hebben sinds 2008 – net als wij – de euro als betaalmiddel.

Marianne kennen we van de reis naar Albanië & Macedonië van 2009 en we hebben al die tijd contact gehouden en toen wij Cyprus hadden geboekt en Marianne, na een langdurige ziekteperiode ook wel zin in een vakantie had, besloot ook mee te gaan. Gezellig.

Larnaka is een van de grote steden op het eiland.

De dag begon met een bezoek aan de Agios Lazaros kerk. Deze kerk is in de 9de eeuw gebouwd en de oudste resten zijn nog te zien. De kerk werd in de 17de eeuw gerestaureerd. Het is een van de fraaiste kerken in Byzantijnse stijl op Cyprus.

In het Sanctuarium, wat dus het oudste deel is, staat vermoedelijk de stenen lijkkist van Lazarus. Lazarus was de patroonheilige van Larnaka.

Lazarus is door zijn vriend Jezus uit de dood opgewekt en leefde daarna nog 30 jaar op Cyprus.

Een grappig detail is dat er veel Russen naar deze kerk komen als een soort bedevaart en dan bij voor keur ook in die kist van Lazarus gaan liggen om zo dicht mogelijk bij hem te kunnen zijn.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De iconen worden altijd gekust en om ze te beschermen heeft men er een glazen plaat voor gezet en nu kust men dus die glazen plaat en zie je de mondjes afgedrukt op het glas.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een mensgrote kerststal en ja dan gaat mijn voorkeur toch uit naar Maria met de baby.

Moskee Hala Sultan Tekka was ons volgende reisdoel. Inmiddels was het al behoorlijk warm geworden, want de zon doet hier goed zijn best.

De moskee werd in 648 ter nagedachtenis van Umm Haram gebouwd, omdat zij een familielid van de profeet Mohammed zou zijn en op deze plek dood was gegaan. Het verhaal gaat dat zij met het van haar muilezel vallen haar nek brak. De Kalief die de expeditie leidde gaf meteen opdracht voor de bouw van de moskee. Deze moskee is na Mekka en Medina in Saudi-Arabië en de Al-Aqsa moskee in Jeruzalem de belangrijkste Islamitische bedevaartplaats.

De moskee ligt aan het zoutmeer, maar hier wordt geen zout meer gewonnen want er zijn nu voordeligere en makkelijkere manieren om zout te maken. En zoals op veel plekken zijn hier ook heeeeeeel veeeel katten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op 7 km ten westen van Larnaka ligt dorp Kiti en daar hebben we een 11de eeuwse Byzantijnse kerk bezocht: Angeloktisti Kerk. Hier zijn nog oude muurschilderingen te zien. Prachtig is het 6de eeuwse mozaïek met de een afbeeldding van Maria met kind tussen de aartsengelen Michaël en Gabriël.

In de tuin bij deze kerk staat een eeuwenoude boom en die was op sterven na dood, omdat hij niet kon ademen vanwege de vele hoeveelheid beton. Een Nederlander constateerde dit en hij heeft mee geholpen om de boom weer op de been’ te helpen en hij staat er prachtig bij.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toen was het tijd voor de koffie, maar wij gaven de voorkeur voor verse jus d’ orange. Het is sinaasappeltijd, dus een combinatie van fruitvitamientjes en vitamine D van die een heerlijk zonnetje….

De bus weer in en op weg naar Lemesos. Daar wat door de straten gewandeld en de markt bezocht en geluncht.

Onder het Gemeentehuis.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tot slot een bezoek gebracht aan het Middeleeuwse Kasteel van Lemesos met museum. Het stamt uit de 13de eeuw. Volgens de verhalende geschiedenis trouwde Richard Leeuwenhart hier met Berengaria van Navarra. Richard was toentertijd koning van Engeland en leider van de derde kruistocht.

De Osmanen veroverden heet kasteel in 1570 en gebruikten het als garnizoensplaats en gevangenis. Tijdens de Britse bezetting werd het een politiebureau en nu is het Middeleeuws Museum erin gevestigd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nog een blik over Lemesos vanaf het dak van het kasteel.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Programma klaar en lekker doezelen op de terugweg naar ons hotel en daar genieten van de ondergaande zon.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

    

Klokslag 8 uur op weg om de geprogrammeerde bezienswaardigheden met daglicht te kunnen zien.

In Kourion zijn we naar de Romeinse opgravingen gegaan. Het huis van Eustolios met de prachtige mozaïeken. De opgravingen worden tegen de natuurelementen beschermd door middel van een royale overkapping.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Die Eustolios moet behoorlijk rijk zijn geweest, want hij heeft een heel groot complex laten bouwen en met alle moderne faciliteiten van tijd zoals een badruimte. En ook zal hij vast van het prachtige uitzicht hebben genoten en anders ik wel.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In de mozaïeken zie je soms een vis en dat had wel een heel bijzondere betekenis. Er was een tijd dat het christelijk niet toegestaan was en om dan toch te weten of de andere persoon wel of niet een christen was gebruikte men het woord vis ‘ichtus’ wat voor de christenen verwees naar de drie-eenheid. Maar het was gevaarlijk om er open voor uit te komen, want dat kon je leven kosten. Deze Eustolios kwam er behoorlijk open voor uit gelet op de mozaïek van de vis [linksboven].

Er is een verschil tussen de Griekse en Romeinse amfitheaters, want een Romeins theater werd op de grond gebouwd en daar kan men omheen lopen. Een Grieks theater wordt tegen/tussen bergen gebouwd. Amfi betekent tussen. Het geluid is heel apart, want binnen de halve cirkel is alles heel duidelijk te horen, maar zodra je buiten dat gebied gaat verzwakt hetzelfde geluid.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hier valt weinig regen. Als het regent dan valt er in korte tijd een flinke plensbui, maar kort daarna breekt de zon weer door. Doordat het een paar weken geleden heeft geregend zijn bepaalde stukken, vooral lagergelegen delen, groener dan de wat hoger gelegen delen grond.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Petra Tou Romiou (betekent: Rots van de Grieken) is de geboorteplaats van Aphrodite; de godin van de liefde en schoonheid. Aphrodite zou uit de branding verrezen zijn. Als je eeuwig jong wil blijven hebben hier het volgende recept voor je: Om 12 ’s nachts bij volle maan en in je geboortepakje 3 keer tegen de klok in om de middelste rots (is de Aphrodite rots) zwemmen. Ik heb zo’n vermoeden dat dit niet vaak wordt uitgetest.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aangekomen in Pafos zijn we naar het Ayios Neofytos klooster gegaan. Hier woonde in de 12de eeuw de kluizenaar Neofytos. Hij wilde eigenlijk zich helemaal en ook afgezonderd van alles en iedereen richten op het geloof. Hij heeft zelf een woning uit de bergen gehakt en daar verbleef hij, maar toen een geestelijke over hem hoorde kreeg hij de opdracht om jonge geestelijken les te geven en dus zijn woning uit te bouwen tot een klooster. In 1183 zijn prachtige fresco’s geschilderd door Theodoor Abcendis.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toen het oude klooster te klein werd is er in 1600 een stukje verderop een nieuw klooster en kerk gebouwd.

Aan de zijkant van de kerk is een mozaïek van een adelaar met 2 koppen en die staat symbool voor 2 geloven.

In de tijd dat het verboden was om de klokken te luiden gebruikte men houten delen die opgehangen werden en waar men met een knuppel tegenaan sloeg. Op die manier konden de mensen in de omgeving weten dat de mis opgediend zou worden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 We hebben heerlijk op een terras gegeten bij de Pelikaan en daar liep ook een echte pelikaan rond: Coco.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In Pafos is het Archeologisch museum gegaan. De gevonden oudheden van Kato Pafos, dit is de benedenstad van Pafos, staan op de Werelderfgoedlijst. Het mooie is dat er niets toegevoegd is wat er niet hoorde. Als een mozaïek niet in zijn geheel is terug gevonden dan blijven die delen gewoon kaal.

Het is een groot gebied met monumenten van de prehistorie tot de Middeleeuwen aan toe. Maar de piek ligt bij de Romeinse tijd.

Er zijn nog hele mooie mozaïeken uit de 3de tot 5de eeuw te zien die ooit toebehoorden aan de Huizen van Dionysos, Theseus, Aion en Orpheus.

Het eerste huis werd bij toeval door een boer ontdekt toen hij zijn land aan het bewerken was. Natuurlijk waren het de rijke en belangrijke mensen die zich deze vloeren konden veroorloven. De voorstellingen gaven gebeurtenissen uit de Griekse mythologie weer, zoals in het huis van Dionysos: daar staat een wijngod afgebeeld.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik zag verschillende duizendpootjes kruipen...

 

 

 

 

 

 

 

 

Onder zie je een vijver waar vissen in zwommen en omdat het in de zomer behoorlijk heet kon worden had men gaten in de zijkant gemaakt en op die manier konden de vissen de hete zon vermijden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op een ander deel van dit gebied zijn de ondergrondse Koningsgraven te vinden. Ze dateren uit de 4de v. Chr. en hoewel de naam doet vermoeden dat hier koningen werden begraven is hier geen enkele koning begraven. Maar de graven kregen de naam vanwege de grootsheid en belangrijke functionarissen werden er begraven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vanaf deze plek zie je een grote boot in zee liggen en die ligt er al vele jaren. Een kleine 20 jaar geleden is de boot vast komen te liggen op een zandbank. De rijke reder hoopte dat de boot weer zelf los zou komen; helaas lukte dat niet. Hij heeft jaren gewacht en wilde toen de boot verkopen, maar niemand had meer interesse in de roestbak. Nu heeft hij hem aan de stad Pafos geschonken en de plannen zijn om de boot te laten zinken, zodat de duikers er gebruik van kunnen maken.

 

Het was aan het eind van de dag en de zon ging mooi onder.

 

Er was iets mis gegaan bij de boeking van het hotel in Lemesos en dus moest er nog een hotel geregeld worden voor de groep arriveerde. Een prima hotel in Larnaca (Larnaka): het Lordos beach hotel. We hebben een mooie kamer met balkon en zeezicht. Kerstavond werd er een mooie show gegeven van danseressen en dansers en nog wat artiesten.

Filmpje van het dansen

Filmpje van lichtshow

 

Vandaag een optionele excursie naar het Troodosgebergte met als eerste stop het dorpje Laneia. Hier zijn veel schilders naar toe verhuist.

Het dorp heeft oude foto’s van de toenmalige bewoners aan de muren gehangen en dat geeft een heel leuk effect en tevens informatie. Zo laat deze foto 6769 de totale bevolking van het dorp uit 1894 te zien. Onder deze groep waren 3 priesters en leefden de Grieks- en Turkse Cyprioten gemoedelijk samen. Men zag het verschil in kleding. Zo droegen de Turks Cypriotische mannen een witte hangbroek (broek waar het kruis heel laag hangt) en de Grieks Cyprioten een zwarte. De vrouwen maakten onderscheid in het totaal of deels bedekken van het haar.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het is eerste kerstdag en dat wordt met de familie gevierd. Er wordt veel gegeten en natuurlijk een bbq met grote stukken vlees erop, want ze zijn gek op grote stukken vlees.

Men eet hier niet echt pittig en ook houdt men niet van echt heet qua - temperatuur – eten. Men is dat gewoon niet gewend, want men zet heel veel gerechten tegelijk op tafel en dus koelt een warm gerecht snel af.

 

 

 

 

Postbussen rechts.

Katerina sweets schijnt een populaire tent te zijn. Zij maakt van allerlei vruchten en noten en ook de schillen grebruikt ze deels om een zoetige jam en siroop te maken en nog veel meer. Ze noemen dit hier ‘kliko’ en ik zal het wel fout spellen, maar het is wel toepasselijk want wij kennen de kliko bak om alle soorten afval in te doen en Katerina maakt van allerlei soorten vruchten en fruit siroop enz. Ze raspt en kookt de ingrediënten met suiker en probeert allerlei nieuwe smaken uit. De fontein spuit heel toepasselijk roze water.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De traditionele Grieks Cypriotische mezé (lunch) gebruikt in een restaurant waarvan de eigenaar tevens burgermeester is. Elk dorp heeft hier een eigen burgermeester; hoe klein het dorp ook is.

De lunch was perfect.

Het valt op dat de nummerborden voorzien zijn van Engelse en geen Grieks Cypriotische letters.

De borden zijn hier wel handig: een rood nummerbord betekent dat het een huurauto is en het nummerbord begint ook altijd met een ‘Z’. De rode kleur van gevaar is heel handig, want een overblijfsel uit de Engelse tijd is het links rijden.

Een nummerbord die met een ‘T’ begint verwijst naar een auto van een dienstverlenende instantie zoals brandweer, taxi enz.

Groene kleur is een auto van de ambassade.

De gewone auto’s hebben een wit nummerbord voor en een geel aan de achterkant.

Men mag met 17½ jaar mag men hier rijden mits er iemand naast zit die een rijbewijs heeft.

 

 

 

 

 

 

 

 

Een schattig kerkje ligt op ongeveer 20 km ten noordoosten van Kakopetria: de Panagia Asinou kerk. Het staat op de Werelderfgoed lijst van de UNESCO. Het is een 12de eeuws kerkje, gewijd aan de Maagd Maria (Panagia). De fresco’s zijn uit de 12de tot 17de eeuw en nog prachtig. Je mocht er niet binnen fotograferen. De vader van de koster heb ik even – en profil - op de foto gezet toen hij voor iemand anders stond te poseren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tot slot zijn we naar Kakopetria gereden en hebben een wandeling gemaakt in het dorpje met de veel gerestaureerde traditionele huizen.

.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Molen rechts

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

 

 

Nog een klein kerkje bezocht en wat men al niet bedenkt. Daar kan men bijvoorbeeld als je de wens hebt om een kind te krijgen een wassen pop ophangen als geschenk om de wens te bewerkstelligen en ook hangt men er zilveren plaatjes enz.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geen twijfel mogelijk: Eerste kerstdag; mooi in beeld gebracht door Claudia en ze heeft ook de hele dag met de kerstmuts opgelopen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Om in het Noorden van Cyprus te komen ging de tocht eerst langs de Engelse militaire basis; er zijn zelfs 2 van die basissen op dit eiland en het staat vol met zonnepanelen en grote schotels. Daarna richting de ‘SCHEIDINGSLIJN’. Dit is het gebied dat het Zuiden van het Noorden scheidt en omdat Noord Cyprus niet erkend wordt kan er geen sprake zijn van een grens en wordt het scheidingslijn genoemd.

Het is voor ons erg vreemd dat een eiland zo verdeeld is en dat men ‘op dit kleine stukje aarde’ op een dergelijke manier met elkaar om gaat. Daar moeten veel grotere belangen van grotere naties achter zitten, dan een onenigheid van de 2 bevolkingsgroepen: Turks -Cyprioten en Grieks -Cyprioten.

Aangekomen bij die lijn passeer je eerst de Engelse wacht, dan de Turkse en ik kreeg meteen een melding van mijn provider: Welkom in Turkije!

De lijst met alle onze namen en paspoortgegevens waren niet door gekomen en dus moesten we allemaal de bus uit en met je paspoort bij het kantoortje langs en daar werd het paspoort gecontroleerd en tot slot kregen we een stempel op het ingevulde briefje.

De eens zo’n bruisende en prachtige stad Famagusta is nu deels een soort spookstad. De Grieks-Cyprioten die hier woonden moesten namelijk in 1974 vluchten toen hun gebied aangevallen werd. Ze moesten alles achterlaten en de huizen staan er troosteloos verlaten bij.

De huizen blijven in deze staat om mogelijk in de toekomst als deel van de onderhandelingen te kunnen fungeren. De emotionele waarde kan echter nooit in de onderhandeling verrekend worden.

Niet alleen de huizen staat er troosteloos bij, maar ook de omgeving wordt niets aan gedaan. Geen beplanting en dus een dor gebied. We mochten niet uitstappen en dus heb ik wat foto’s genomen in de bus, want ik vind het belangrijk om dit toch te laten zien.

Bij de haven mochten we wel uit de bus en hebben rondgelopen. Famagusta betekent ‘verstopt onder het zand’. Je ziet er veel kerken en die verwoorden de nare geschiedenis. Bijna alle kerken zijn nu ruïne achtige gebouwen, maar ook is een kerk nu een moskee.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Links onder de Turks-Cyrpiotische wachtpost.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Salamis was ooit een koninkrijk en door de vele opgravingen zijn er zeer oude ruïnes. Het gebied is zo’n 8 km² groot en er zijn de restanten van een Romeins theater, een gymnasium en een badhuis.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Barnabas, niet te verwisselen met Barabas de boef, was 1 van de 70 apostelen. Hij is hier geboren en leefde ook lange tijd hier. Hij wist apostel Paulus te overtuigen om de bevolking het christendom bij te brengen. Paulus heeft dat een tijd gedaan en of er nu een onenigheid is geweest tussen de mannen of iets anders, maar feit is dat Paulus op een bepaald moment vertrok. Toen heeft Barnabas zijn neef Marcus Lucas laten komen om hem te helpen met het christendom te verspreiden. Een boze groep Joden heeft Paulus gestenigd en toen heeft Marcus Lucas eervoor gezorgd dat Barnabas werd begraven met het Evangelie. In 448 werd het graf en dus ook het Evangelie gevonden. Deze vondst was belangrijk want dit legaliseerde de eerste apostolische oprichting.

Er is een kerkje gebouwd en de graftombe van Barnabas staat in de crypte, maar hoeveel er van hem daar ligt is niet zeker.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een stuk buiten Kyrenia ligt de prachtige Gotische Bellapais abdij. Bellapais betekent Mooie Vrede, maar in de eetzaal zijn nog de kogelgaten te zien.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Boven aan de zuilen zijn afbeeldingen te zien; karikaturen en die van de bouwer wordt altijd voorzien van een ladder.

 

 

 

 

 

 

 

De nummerborden zijn hier ook anders.

 

 

 

 

 

 

 

Kyrenia heeft een mooie haven en er staat een grote burcht met een museum. De restanten van het ouds gevonden schip, dat ooit voor de kust vergaan was, zijn er te zien.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tijd voor een flinke bier, want we hadden weer heel wat voetstapjes gezet. En deze kat heeft een menselijk trekje…

Terug naar het Zuidelijk deel weer langs de controlepost en een stempeltje erbji.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De hoofdstad van Cyprus is Lefkosia en wij kennen het beter als Nicosia. Ik betwijfel of de Zangeres Zonder Naam ooit hier is geweest.

De stad is voor ongeveer een derde deel van Noord Cyprus en de rest voor het Zuiden. Dus ook vandaag passeerden we de scheidingslijn. Maar eerst het Grieks Cypriotische deel en daar startten we met het Archeologisch museum en wordt het Cyprus museum genoemd. Dit museum was opgedragen aan Koningin Victoria. Gebouwd in 1908 en is het grootste archeologische museum van het land.

Uit alle delen van het land zijn vondsten hier verzameld, zoals terracotta voorwerpen, sierraden, beeldhouwwerken, munten en koperen voorwerpen.

De soort van kruisbeeldjes staan symbool voor de vruchtbaarheid en deze afbeelding staat ook op de munten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het was in die tijd de gewoonte om een plankje tegen het achterhoofd van een baby te binden, want de naden van de schedeltjes zijn nog niet dichtgegroeid en is beweging – of eigenlijk vervorming – mogelijk.

     

 Schattige engeltjes hadden ze toen ook al; zo zoet!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De Berlijnse muur is al jaren geleden gevallen en ik hoop voor Lefkosia dat dit ook niet te lang op zich zal laten wachten, maar ….

Lefkosia is de oude naam en met het erkennen van het land moest er een keuze gemaakt worden tussen Nicosia en Lefkosia en toen koos men voor de eeuwenoude naam Lefkosia.

De scheiding tussen Noord en Zuid is heel goed zichtbaar door de zandzakken, de VN soldaten, het prikkeldraad en de strenge controle.

Het grote vrijheidsmonument staat op de stadsmuur en herinnert aan de bevrijding van de Britse overheersing.

 

 

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het Aartsbisschoppelijk paleis werd in 1960 in pseudo Venetiaanse stijl gebouwd. Aartsbisschop Makarios III heeft hier gewoond en werd ook hier beschoten. Hij was de eerste president, maar nu is de kerk en regering gescheiden. Er vlakbij staat de kathedraal, die in

1662 in opdracht van aartsbisschop Nikifores werd gebouwd.

Mooie muurschilderingen en iconen. De muurschilderingen stellen Bijbelse gebeurtenissen voor, maar de belangrijkste is toch wel de schilderingen die de ontdekking van het graf van de apostel Barnabas in Salamis voorstellen.

 

 

 

 

 

 

 

 

Zoals in veel van dit soort landen zie je regelmatig een stelletje ‘hangouderen’ en dan zijn het eigenlijk altijd de mannen. Ze kletsen over de voetbal, doen een spelletje, drinken die kleine kopjes koffie en hebben het hier heel druk mee.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Overal waar je komt zijn katten. Ze zien er over het algemeen best goed uit en ze zijn gek op aandacht.

 

 

 

We liepen richting de scheidingslijn door de winkelstraten en in de buurt komend zie je een monument en ook een zone waar niemand wil wonen. De zandzakken nodigen ook niet erg uit…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het passeren van de scheidingslijn maakte weer even goed duidelijk dat je niet zo maar even door kan lopen en wij hadden al geluk dat onze ‘verplichte’ begeleider mee hielp, want ook kregen we een escorte. Iedereen moest op volgorde van de lijst het paspoort laten zien en dan werd de naam en geboortedatum gecontroleerd en genoteerd. Dit keer geen briefje met stempel.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zandzakken en leegstaande gebouwen. Wandelend door de straatjes met allerlei kleurtjes.

 

 

 

 

De Buyuk Han is een voormalige Osmaanse herberg voor de handelkaravanen. Nu zijn er cafeetjes, souvenirs. winkeltjes

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De St. Sophia kathedraal is nu een moskee.

En daarbij is weer een kerk die lange tijd dienst deed als zoutopslagplaats voor de Engelsen en met geld van Europa is hij daarna opgeknapt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                                              

Een leuke fototentoonstelling was daar te zien en 1 foto vond ik heel bijzonder.

 

 

 

 

 

De gesloten luiken zie je vaak bij dit soort huizen.

 

 

 

 

Winkels in de bazaar waaronder fruit.

 

 

 

 

 

 

En een man die lampenkappen soldeert.

 

 

 

 

 Op Cyprus zijn veel dammen die het water belemmeren om weg te vloeien. Omdat het op Cyprus niet vaak regent is het des te belangrijker dat het waterreservoir goed gevuld blijft en zeker in de zomer. Er komen dan temperaturen van tegen de 40 graden Celsius voor en als er dan een brandje uitbreekt dan staat al snel een heel groot gebied in lichte laaien. Maar als de toevoer van water onvoldoende is dan wordt de gemeenschap op rantsoen gezet. Men krijgt dan bijvoorbeeld een bepaald aantal uren per dag water. En als je je dan realiseert waarvoor je allemaal water nodig hebt, dan is dit geen gemakkelijke tijd.

 

Als passagier van de bus moet je voorin gordels dragen, maar dit is niet verplicht voor de andere stoelen.

En ook op dit eiland is het gebruikelijk om je papier niet in de wc te doen en door te trekken, maar je gooit dat in de manden of pedaalemmers die naast de wc staan.

Heel prettig is het audiosysteem wat Claudia – onze reisleidster – gebruikt. Als we iets gaan bekijken heb je een klein kastje ter grootte van een mobiel om je nek met 1 oortje. Het voordeel is dat je gewoon rond kan lopen en je niet verplicht bent om bij leider te blijven om de informatie te horen.

Casino’s zijn in het Zuiden niet toegestaan. Maar via internet kan er dus wel gegokt worden. Men wil de wet erop gaan aanpassen, maar of ze het helemaal tegen kunnen houden…

Het Noorden heeft daarentegen wel 26 casino’s en die maken dan ook onderdeel uit van de bron van inkomsten. En hetzelfde geldt voor de maar liefst 6 privé universiteiten.

De grote bus was ingeruild voor een kleiner busje, want we gingen het Troodos gebergte weer in en dan is een kleinere bus handig gezien de vrij smalle wegen.

De eerste stop was – ik zou bijna zeggen natuurlijk - een kerk, want je staat verbaasd over de hoeveelheid kerken en nog verbaasder over de vele kerkgangers.

Het bijzondere van dit kerkje waren de 5 koepels. Het is in de 10de eeuw gebouwd in deze plaats: Peristerona.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De uitstekende chauffeur reed de bus via de slingerde wegen naar boven tot op een hoogte van 1400m. Zodra je de parkeerplaats naderde zag je immens groot beeld van Makarios III. Dit beeld stond eerst bij zijn paleis in Lefkosia, maar men (?) heeft het beeld naar deze plek laten brengen. Het is een prachtig beeld.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het was nog een stukje verder naar boven lopen op de berg Throni, langs een weg met mooie mozaïeken om bij het graf van de eerste president van Cyprus, aartsbisschop Makarios III te komen. Bij zijn graf staat een militair op wacht; 4 uur achtereen en dan wordt de soldaat afgelost.

We zaten hoog en koud; er lag zelfs sneeuw.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een 3 kilometer ten oosten van het graf ligt het Kykkos klooster; gesticht in 1100 en gewijd aan de Maagd Maria (Panagia). Makarios was hier novice en erg verknocht aan de plek. Hij wilde hier begraven worden zodat hij – hoog op de berg – ook dan nog over zijn schaapjes kon waken. Of hij dat ook over de auto’s zou doen vertelde het verhaal niet. Makarios was gek op auto’s een heeft ooit een luxe auto van John Kenndy gekregen, maar hij had ook andere auto’s.

De kerk heeft een hoog bling-bling gehalte en alles glimt en blinkt van het bladgoud en echt goud. Maar het hoofddoel is de icoon die door de apostel Lucas geschilderd was. Of die icoon ook echt daar is is niet met zekerheid vast te stellen, want er zit een zilveren scherm voor. Ja dat zal wel de kern van GELOOF zijn, maar ik houd me toch graag aan de feiten en zekerheden…

Nog even langs de winkeltjes en dan is het handig om eerst te proeven en dan pas te kopen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In Pedoulas hebben we heerlijk geluncht: stiffado (soort hachee met salade en brood) en een koude rode wijn. Leuk om in een plaatselijk eethuis, want restaurant is iets te groot woord, te lunchen.

Na de lunch naar de Archangelos Michaël kerkje gelopen. Het lijkt wel een schuurkerk, maar binnen was het allesbehalve een schuur. Vaak mag je niet fotograferen in kerken en ook in deze niet.

En tegenover het kerkje is het Kerkelijk Byzantijns m

useum met

eeuwenoude iconen en voorwerpen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het dorpje Omodos ligt op 750 m hoogte te midden van de wijngaarden. Ook hier weer een kerk, maar er was een mis of dienst bezig en ach na zo veel kerken en het koude natte weer, was dat eigenlijk ook wel prettig. De korte route naar het koffiehuis genomen en heerlijk een warme cappuccino gedronken bij de haard.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tot slot de kaart met de routes met elke dag een andere kleur en daarmee kwam een eind aan de groepsreis Cyrpus. Een aantal mensen vliegen de volgende dag weer naar Nederland en dinsdag volgen de andere mensen, maar wij blijven nog een weekje.

 

 

 

 

 

 

Vandaag met z’n tweeën met de bus naar Larnaca gegaan en daar cadeautjes voor de kleinkinderen gekocht.

Prachtige zee en wolkenpartijen.

Een net getrouwd bruidspaar werd rammelend van de aangebonden blikjes rondgereden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Huwelijken worden hier groots gevierd en dan bedoel ook erg groots met honderden gasten. Het is wel de bedoeling dat een ieder een envelop met een ook vrij groot bedrag aan het bruidspaar geeft

Als een familielid overlijdt dan geldt in elk geval 40 dagen rouw en draagt men zwart. Als weduwe of weduwnaar is het dragen van zwarte kleding in elk geval 1 jaar, maar de meeste mannen leggen het zwarte gekleed zijn dan af. De vrouwen van ongeveer 60 jaar en ouder blijven de rest van hun leven in het zwart lopen. Er zijn gedurende het eerste jaar na het overlijden allerlei tijdstippen waarop de familie bijeen komt om de dode te herdenken en altijd wordt het afgesloten met gezamenlijk eten.

Bij de aanmelding voor deze reis - en dat geldt ook voor veel andere reizen die wij gemaakt hebben - wordt de term ‘groepsreis’ gebruikt. Niks mis mee zou je zeggen, maar in de praktijk ligt dat toch iets genuanceerder. Men verwacht van de individuele deelnemers, want elk mens is immers uniek, in een groep vaak een spontane gehechtheid aan elkaar en een ‘wij- gevoel’.

De definitie van het woord ‘groep’ kan bijvoorbeeld zijn: een aantal personen of dingen bij elkaar of een aantal min of meer bijeen horende personen.

Tijdens het diner al pratend hierover gaf een medereiziger aan dat het woord ‘groep’ niet het juiste woord is, maar dat men eerder kan spreken van een ‘gezelschap’. En daar kan ik me helemaal in vinden, want als je naar de betekenis kijkt van dit woord dan is dat: groep mensen die samen iets doen. Dit klopt helemaal, want we maakten samen excursies en als het zo uit kwam lunchten we met elkaar, maar geen verplichting en geen groepsdruk.

Ik kan dan ook vol lof spreken over dit reisgezelschap; men respecteerde elkaar en de sfeer was uitstekend.

 

Het Lordos beach hotel verzorgde met oud en nieuw weer een dans- en lichtshow, maar ook kregen we een enorm stuk cake met een kaartje, waaraan een amethist steentje en een kerstboompje.